Studie- en pelgrimsreis naar Puglia (2017)
24 mei tot 1 juni 2017
Indrukken bij de reis
Door Bernadette Van de Vijver
Dit jaar volgde ik voor 't eerst de cursus van het Leerhuis van de kerkvaders. Ik had vroeger wel wat vaders gelezen en conferenties gevolgd, het was nu het moment om wat verder te gaan. We kregen dit jaar inzichten in het werk van de Pre-Niceense en Pöst-Niceense kerkvaders tot de 11de eeuw. Een grote rijkdom die de inhoud van het geloof verduidelijkt en ons persoonlijk geloof kan voeden en verdiepen.
Via het Leerhuis kregen we eind 2016 informatie over de studie- en pelgrimsreis naar Puglia in Zuid-Italië, die in mei 2017 zou doorgaan. Ik had al veel positieve echo's opgevangen over de vroegere reizen met het Leerhuis. Mijn man en ik schreven ons dan ook onverwijld in. Voor mij was de eerste keer.
Enkele weken voor het vertrek was er een samenkomst met de deelnemers gepland in de Goudensterstraat. Joris Van Ael verduidelijkte ons het opzet van de reizen van het Leerhuis. Pierre Trouillez schetste de kerkelijk situatie van Zuid-Italië onder de verschillende bezetters tot de 11 de eeuw. We merken deze verscheidenheid ook in de architectuur van kerken en hun beeldende kunst. We kregen al een blik op de belangrijkste monumenten. Erik Bonte gaf ons de laatste praktische en gedetailleerde informatie. We mochten gerust zijn en zeker van een tot in de puntjes voorbereidde reis zowel organisatorisch als inhoudelijk! Er was ook nog koffie en gebak en tijd voor gezellige ontmoeting met de andere deelnemers. De reis in al zijn facetten kwam in zicht! 24 mei lieten we dan ook onze vertrouwde omgeving achter het onbekende tegemoet, op zoek naar christelijk erfgoed, naar tastbare 'getuigen' van de kerkvaders...
Na een vlucht met overstap landden we in Bari. Daar stond al een bus op ons te wachten. De vriendelijke en attente chauffeur zou de hele tijd bij ons blijven om ons naar de verschillende interessante bestemmingen te brengen.
Op de eerste avond in Manfredonia gaf Joris een verhelderende inleiding over de symboliek en de betekenis van de christelijke ruimte, o.a. de bedoeling van de architecturale opbouw van het centrum en de opgang er naar toe.
Vanaf dag twee bezochten we dagelijks enkele monumenten. We zagen in het begin vooral romaanse kerken, monumentale kerken, al dan niet met byzantijnse invloeden, soms van een overweldigende schoonheid. Ik hou veel van de romaanse bouwstijl, bij het binnengaan komt de stilte je al tegemoet. Door de soberheid valt ook meer licht op de essentie van het bouwwerk en kan je inderdaad zien en begrijpen wat Joris verteld had over de symboliek van de opgang naar het centrum, de koepel en het vierkant, de verbinding tussen hemel en aarde, de berg, het altaar, de grot, het graf...
We zagen oa. de Basilica di Santa Maria Maggiore in Siponto en de kerk van San Leonardo di Soponto, San Pietro en Sante Maria Maggiore te Gargano, de kathedraal San Nicola Pelligrini, met een prachtige bronzen poort uit de 12de eeuw en de 12de eeuwse kerk van Alle Heiligen in Trani aan zee, de kathedraal van San Valentino en Santa Maria Assunta (met een prachtige ambo) in Bitonto. In Bari bezochten we de indrukwekkende Basiliek van de heilige Nicolas, met prachtige sedes en met het graf van de heilige Nicolas in de crypte, een pelgrimsoord voor oost en west en ook nog de kathedraal van San Sabino. Ook nog in Bari bewonderden we de prachtig geïllustreerde Exultetrollen met pre-gregoriaanse muzieknotaties. Na de sympathieke uiteenzetting door de gids zongen we een stukje uit het Exultet.
In Gargano hebben we een grotkerk gezien, een pelgrimsoord ook sinds de middeleeuwen.
De vijfde dag reden we naar Matera, een stad wat meer in het binnenland, aan de rand van een ravijn. In de oude delen van de stad zijn veel rotswoningen en grotkerken met fresco's. Tot in de jaren 1950 leefden hier gezinnen in grotten in zeer primitieve omstandigheden.
We bezochten er ook de Crypte van de Erfzonde, met zijn prachtige fresco's van de genesis-cyclus en van vele heiligen, een pareltje van vroeg middeleeuwse kunst.
Ook Massafra, met zijn rotswoningen terrassen en grotkerken, is indrukwekkend gelegen bij een kloof, de oude stad op de westelijke oever, de nieuwe stad op de oostelijke. Na een beetje klimmen genoten we van het fantastische uitzicht.
We kwamen ook in Lecce, hoofdstad van Salento, met uitbundig barokke kerken en resten van een Romeins amfitheater.
In Galatina zagen we de grote Basiliek van de heilige Catharina van Alexandrië, van binnen volledig beschilderd met vele taferelen, thema's en heiligen, bedoeld om de Latijnse ritus te verspreiden.
In de kleinere en zeer mooie kerk van San Stephano, is er in de fresco's een afwisseling tussen byzantijnse en gotische elementen.
De 7de dag 's avonds kwamen we aan in Otranto, een prachtig middeleeuws stadje aan zee.
Er is een Latijnse kathedraal met een unieke bijzondere mozaïekvloer die de volledige grondoppervlakte van de kerk beslaat. Joris had ons de dag ervoor tijdens een conferentie beelden van alle details getoond en zoveel mogelijk uitgelegd. Gelukkig maar, want het mozaïek was voor een groot deel bedekt door banken en de zijgangen waren ook bijna volledig afgesloten. We zien in het midden een grote boom die tot vooraan loopt, vooraan medaillons van de verschillende maanden, bijbelse taferelen en historische figuren, planten en dieren.
De laatste kerk die we wilden bezoeken, de byzantijnse kerk San Pietro, was gesloten, een ontgoocheling. Wie groot genoeg was kon door de venstertralies even binnengluren om iets van de iconografie op te vangen. Als bij wonder kwam toch plots een priester opendoen. We genoten van de schoonheid en de stilte in dit stemmige kerkje met eenheid tussen architectuur en iconografie.
De voorlaatste dag van de reis reden we naar de fraterniteit van Ostuni, een stichting van Bose. Het witte klooster ligt afgelegen in een droog landschap dat grotendeels begroeid is met eeuwenoude gedrongen olijfbomen. We werden er vriendelijk, rustig en warm onthaald door de broeders. Broeder Sabino gaf ons een levendige en heldere uiteenzetting o.a. over het leven, bidden en werken in de fraterniteit, over 'mens worden'. We hadden het voorrecht aan te sluiten bij het gebed van de broeders in hun mooie intieme kerk. Ik voelde mij er direct in de juiste gesteldheid om te bidden, het Italiaans was geen probleem. We mochten ook aanschuiven voor een eenvoudige lekkere maaltijd. Het afscheid was hartelijk.
Ik voel dankbaarheid als ik aan de reis terugdenk.
En dan heb ik nog bijna niets gezegd over de verduidelijkende conferenties die Joris gaf.
Over het dagelijks gezamenlijk gebed, meestal in de crypte van een kerk, aan de hand van een goed voorbereid gebedsboekje en door fijngevoelige voorzangers in de juiste richting geleid.
We kregen elk een fantastische syllabus met illustraties, waarmee we ons op elk te bezoeken plaats en monument konden voorbereiden en die nu een welgekomen geheugensteun is om zoveel moois dat we zagen te helpen onthouden!
Erik bezorgde ons plannetjes van de streek en dagelijks kregen we plannetjes van de te bezoeken stad met de belangrijkste plaatsen aangeduid om de weg niet te verliezen!
Er waren de vrije uurtjes 's middags, waar we ons soms met een lokaal gerechtje lieten verassen. Er was tijd om rustig samen te zijn, elkaar te ontmoeten en soms ook beter te leren kennen. We kuierden soms wat in de koelere middeleeuwse straatjes.
Er waren de aangename avonden aan tafel in het hotel en de al dan niet ernstige gesprekken, de mislukte zwempogingen...
'zie hoe goed hoe weldadig, broeders te wezen en samen te zijn'
Te gast bij de fraterniteit van Ostuni
Door Jean-François Limpens
De achtste en laatste dag waren we te gast in de fraterniteit van Ostuni waar een kleine groep broeders van het monasterium van Ostuni sinds 1998 samen een monastiek leven leiden.
We werden er zeer hartelijk ontvangen. Na het gezamenlijk gebed in hun kleine maar sfeervolle kapel gaf broeder Sabino ons een kort getuigenis over zijn monastiek leven waarvan ik hier een paar krachtlijnen zal pogen weer te geven.
De monnik staat in zeker zin buiten de wereld, maar hij staat tegelijk in het hart van de wereld. Hij is monnik geworden omdat hij geen andere keuze had. Hij werd geroepen. Waar het om gaat in het leven is om alles wat men doet, zowel de grote als de kleine alledaagse dingen steeds te doen met een zin, een betekenis. En deze betekenis ontvangen wij van God. Zo ontvangt de monnik de betekenis van zijn leven van God.
Het celibaat van de monnik is geen verachting van de seksualiteit. Het is wel een verzaken aan een weldaad van God in ruil voor een nog groter godsgeschenk. Voor een monnik is alles wat hij krijgt in het leven mooi en goed, maar hij verwacht iets meer. Verwachten is essentieel voor een monnik, maar bij uitbreiding ook voor elke mens. Elke relatie die hij aangaat en elk handelen van de mens vindt namelijk zijn oorsprong in het verwachten van iets. Het verwachten is het geestelijk fundament van het handelen. De monnik probeert precies om het moderne onvermogen om te verwachten en het uit zijn op onmiddellijke bevrediging te overstijgen. Het verwachten is een afstand kunnen aanvaarden en het ‘anders-zijn’ dat tussen het verlangende ik en het voorwerp van verlangen, dat anders is, accepteren. De dimensie van het verwachten samen met het spel van het ‘anders-zijn’ van anderen, van de diversiteit, is iets dat de monnik transformeert. Het celibaat betekent niet steriliteit en is geen onvermogen om lief te hebben. Een monnik voelt affecties zoals elke mens.
Monniken leven in gemeenschap met een diversiteit aan broeders die ze zelf niet hebben gekozen. In gemeenschap leven betekent deze verschillen, deze diversiteit aanvaarden. Het is een hele uitdaging om een gemeenschap te vormen met anderen, met broeders die van jou en onder elkaar verschillen.
Het monnikenleven is altijd een zoeken naar evenwicht tussen alleen zijn en samen zijn. Zonder eenzame afzondering is geen communio, gemeenschap, mogelijk. Maar zonder gemeenschap heeft afzondering ook geen zin. Dat geldt trouwens niet alleen voor monniken, maar voor alle mensen.
Monniken zijn niet talrijk meer. Zij mogen zich echter niet laten beangstigen door hun geringe aantal. Eerst en vooral zullen zij luisteren naar het Woord van God. Ten tweede zal hun aandacht naar hun gemeenschap uitgaan. Ten derde moeten zij ook naar buiten treden. Dit laatste betekent dat zij een begrijpbare taal zullen spreken en ervoor zullen zorgen dat zij worden begrepen door anderen. Zij moeten aantrekkelijk zijn en hun woorden moeten de mensen raken.
Na deze begeesterende woorden werden wij vergast op een eenvoudige maar heerlijke maaltijd in gezelschap van de broeders. Wij zaten verspreid over een viertal tafels met elk een broeder als gastheer. De broeder aan onze tafel gaf onder andere uitleg over de economie van de gemeenschap enover de productie van olijfolie.
Foto's
Klik op de foto's om ze te vergroten.