Studie- en pelgrimsreis naar Zuid-Frankrijk (2015)
Tijdens de tweede week van de Paasvakantie, van 11 tot 19 april 2015, beleefden mijn echtgenoot en ik samen met een dertigtal anderen een intense en boeiende reiservaring. De initiatiefnemer van deze pelgrimage naar de bronnen van het christendom in zuidoost Frankrijk, het oude Gallië, was het Leerhuis van de Kerkvaders Gent. Negen jaar geleden startte het initiatief in de Goudensterstraat 21 te Gent in samenwerking met het CCV in het bisdom Gent en met de orthodoxe parochie van de H. Apostel Andreas. Men bestudeert er theologen en spirituele schrijvers die het geloof van de Apostelen voor hun omgeving en nakomelingen hebben verduidelijkt en uitgediept. Daarbij wordt tweejaarlijks een reis ingericht, die met hart en ziel begeleid wordt door Joris Van Ael, stichter van het Leerhuis. Deze keer was het de vijfde maal. De praktische organisatie lag in handen van het agentschap ICTAM, voortreffelijk bijgestaan door een bestuurslid van het Leerhuis, Erik Bonte. Zoals op de tocht naar Poitiers en Tours in 2009 en op de reis naar Noord-Italië in 2011, vergezelde Pierre Trouillez, priester - kerkhistoricus en bekend schrijver, ook nu de reizigers. Ofschoon lelijk verkouden, kon hij ons telkens weer bekoren door zijn pittige, accurate informatie.
Irenaeus van Lyon en Caesarius van Arles
Heel zeker hebben we veel en aandachtig gekeken en geluisterd. Langs verschillende wegen werden we aangeraakt door de Grote Blijde Boodschap, waaraan het Leerhuis verklanking wil geven. We lieten ons toespreken door Irenaeus van Lyon (130/140-ca202), de eerste westerse theoloog, kerkvader en bisschop. In zijn geboortestreek Smyrna (Izmir in Turkije) had hij zelf als kind bisschop Polycarpus beluisterd, sprekend over zijn ontmoeting met de apostel Johannes. Het ‘leven’ van de mens is altijd Irenaeus’ hoofdbekommernis geweest, want –zo zei hij- waar de mens echt ‘leeft’, daar breekt de aanschouwing van God door en waar God aanschouwd wordt, ‘leeft’ de mens.
Van de zorgzame bisschop en belangrijke predikant Caesarius van Arles (470-542) onthouden we dat hij cultureel de meest vooraanstaande figuur is uit de Merovingische tijd en dat hij in het tweede kerkprovinciale concilie van Orange (529) een gezonde verhouding verdedigde tussen de kracht van Gods genade en de mogelijkheden van de vrije wil. Hiermee verzoende hij in deze kwestie sterk tegengestelde meningen.
Symboliek in de Romaanse kerken
Door Joris lieten we ons onderrichten in de symbolentaal en de ordening van het Kerkgebouw, die bijzondere plaats van godsontmoeting, waar we samen met Christus ons leven neerleggen op het altaar en kijken naar het Kruis, overwinningsteken van de liefde en brug, poort en ladder waarlangs de hemel bereikbaar wordt.
We genoten van de Romaanse kerkjes van La Garde-Adhémar en Saint-Restitut in de Drôme, van de kathedraal in Vaison-la Romaine in de Vaucluse en hun versoberde, tot de essentie herleide vormentaal, uitnodigend tot verstilling en gebed. Met spanning ontcijferden we de iconografische thema’s uit het OT en NT op de vroegchristelijke sarcofagen in het Museum van Arles en van de Romaanse portalen, gevels en kloosterpanden van Saint-Trophime, eveneens te Arles, van Saint-Gilles-du-Gard en bij een heerlijke avondzon in de kapel van Saint-Gabriël te Tarascon. We werden aangesproken door de Majestas Domini, de Sedes Sapientiae, de apostelen, evangelisten en andere heiligen, door de tragiek van Adam en Eva, die ook de onze is, door de vele leeuwen, beeld van kracht, moed en schoonheid, echter ook, zoals vele andere monsters, van het boze. Zij houden ons een spiegel voor. We keken onze ogen uit op de figuur van Samson die de leeuw verscheurt en een rustige Daniël in de leeuwenkuil.
Twee monastieke gemeenschappen
De bijzonder hartelijke ontvangst in het orthodox-christelijk monialenklooster, Mas de Solan, in La Bastide d’Engras in de Gard, ging ons recht naar het hart. In de tuin onder de eikenboom, met een glaasje sap van vlierbloesem en een snoepje, vergastte één van de zusters ons op een enthousiast relaas over hun geschiedenis, hun band met het klooster van Simonos Petras op de Athos, hun biodynamisch project op de hen toevertrouwde bos- en landbouwgronden, boom- en wijngaarden. Hun afgewerkte producten - wijnen, confituren, groenten – verkopen ze op de markt van het naburige stadje Uzès, zeer bevorderlijk voor hun integratie in de streek.
In de abdij Notre Dame d’ Aiguebelle, gelegen bij overvloedig stromend water van drie rivieren, leerden we aan de hand van een dvd het eenvoudige, teruggetrokken leven van de trappistengemeenschap kennen, hun werkzaamheid onder het Woord van de Schrift, dé bron van hun gebed. Ontroerd eerden we er de nagedachtenis van de zeven omgebrachte broeders uit hun dochterpriorij van Tibhirine in Algerije, ons allen bekend door de film Des hommes et des Dieux.
De Cisterciënzer -hervorming van de Benedictijner abdijen
Bij ons bezoek aan de abdij van Aiguebelle (1137), ook die van Silvacane (1144) en Senanque (1148) raakten we geboeid door het verhaal van de grote benedictijner vernieuwingsbewegingen in West-Europa van de tiende tot de dertiende eeuw, Cluny en Cîteaux, hun uitstraling en hun grote figuren, onder wie de bekendste Bernardus van Clairvaux. Deze zal het cisterciënzer –avontuur een enorme impuls geven. Uren hebben we samen doorgebracht in kerken en kloosters met een volmaakte, kale architectuur. Het licht en de stilte hebben ons beroerd, onze innerlijke gesteldheid bepaald. Behalve het Kruis en de Moeder Gods werden alle beelden naar de privésfeer van de monniken verwezen, naar zijkapellen en prentjes. In de loop van de geschiedenis is trouwens het gebruik van beelden in de Kerk een heus strijdperk gebleken.
Het ontluikende Westerse monnikendom
We kwamen op het spoor van Johannes Cassianus. Zijn menselijkheid, matigheid en degelijkheid waren erg belangrijk voor de Westerse kloosterregels. Zijn leven kan je lezen als een roman. Cassianus verbleef in Palestina en Egypte, waar het Oosterse monastieke leven was begonnen en onder meer via de werken en de reizen van bisschop Athanasius van Alexandrië in het Westen ingang vond. In het werk van Cassianus, Collationes/Gesprekken, zijn er verschillende hoofdstukken opgedragen aan Honoratus (360/70-429/30) van Lérins om hem te helpen bij het vervullen van zijn taak om op het eiland het reguliere leven te organiseren. Nieuw voor ons was dat er slechts na het binnenbrengen van de handenarbeid (tot dan toe voorbehouden aan de slaven) onder de derde abt van Lérins sprake kon zijn van echt monnikendom. Cassianus speelde hierin een rol omdat hij had gezien dat in Egypte monniken eenvoudige handenarbeid verrichtten. Lérins, waar we twee dagen in een paradijselijke sfeer mochten verblijven, was in 400-410, toen Honoratus het eiland vond, uiterst onherbergzaam, vol doornen en slangen. Honoratus liet zich echter niet tegenhouden en met zijn vriendelijkheid wist hij ook zijn gezellen te overtuigen.
Enkele jaren na Lérins stichtte Johannes Cassianus het klooster van Saint-Victor te Marseille, waarvan we de resten in de indrukwekkende crypte konden bezoeken.
Ontmoetingen
We hebben niet alleen veel geluisterd naar en geleerd van onze eigen begeleiders over het vroege Gallische christendom, ook van enkele mensen ter plaatse. In Lyon hingen we aan de lippen van M. Jean Bernard van de Pastorale du Tourisme et des Loisirs de l’ évêché Lyon. Zouden er in onze bisdommen dergelijke initiatieven bestaan?, vroegen we ons af. In een schitterende, heldere taal gidste hij ons door Vieux -Lyon, waar hij ons onder meer vertelde in het Romeins amfitheater over het martelaarschap van de eerste christenen. Hun aantal was wel minder hoog dan vaak wordt gedacht.
In Lérins was het Abt Vladimir die onze aandacht vasthield bij zijn uiteenzetting over de geschiedenis van de abdij en ons bovendien op het eiland een recente archeologische site toonde van een kapel uit de vijfde eeuw, Saint-Sauveur, met graf (van wie?), twee cellen en keuken.
We waren getuigen van een korte, maar hartverwarmende ontmoeting tussen Joris en zijn bejaarde, orthodoxe leermeester iconografie, bij wie hij in 1975 in Parijs stage had gelopen, en diens echtgenote. Bernard en Anne Frinking zijn Nederlanders, maar wonen sinds lang in Frankrijk en heden in de Provence, in Cavillargues.
Bij dit alles hebben we ons in de groep ook laten aanspreken door elkaar. We hebben vaak gezellig getafeld. We zijn hartelijk met elkaar omgegaan, hebben oprecht belangstelling getoond voor elkaars verhaal en talenten. Wie heeft er niet nieuwsgierig de guitige Roland geobserveerd, terwijl hij snel en kundig aan het schetsen ging? Er was ook fijne zorg in de groep. Zo stopte een gedienstige hand bij iedere nieuwe etappe tijdens de reis ons een duidelijk kaartje toe, zodat we ons feilloos konden oriënteren. Tweemaal werd een plots vermiste liefdevol terug opgepikt. “Dit alles, goede vrienden,” zei Joris ons bij zijn slottoespraak, “hoe gering ook, is een bouwsteen voor het Goede, het Schone en het Ware, die we samen tijdens deze reis hebben gelegd.”
Het bidden
De reis werd een echte pelgrimage. In elke gebedsruimte op onze weg hielden we een ochtend-, middag- of avondgebed. Drie goede cantors uit de groep ondersteunden ons bij het zingen en psalmodiëren. In de kloosters en abdijen baden we samen met de monniken of monialen één of meerdere van hun getijden. Verrassend bv. waren de vespers in deze Paastijd in de Maria Magdalenakerk van het monasterium Mas de Solan bij de open deuren van de ikonostase en de snel geritmeerde Byzantijnse gezangen.
Op de tweede Paaszondag vierden we intiem eucharistie in de crypte van Irenaeus te Lyon, fijn voorgegaan door priester Jos. We beluisterden de evangelieperikoop van Thomas en stelden vast hoe dicht Irenaeus bij de evangelist Johannes stond. Op de derde Paaszondag ging abt Vladimir voor in een plechtige, indrukwekkende viering op het eiland Lérins. Talloze malen hoorden we overal zingen Le Christ est vraiment ressuscité des morts! Dat de paasvreugde van deze pelgrimage ons allen steeds mag vergezellen. Alleluia!
Verslag door Lia Lagae,
Oud-cursist van de vijfjarige lessenreeks in het Leerhuis van de Kerkvaders (2006-2011)
Verbonden met de Gentse parochie Sint-Paulus en met Kerk-in-Gent.
Foto's
Klik op de foto's om ze te vergroten.