De mens schiet tekort. Hij maakte de verkeerde keuze: de zondeval
Module II, jaar 2, lesdag 2
Het boek Genesis verhaalt hoe de mens zich verwijdert van God. Hij wordt de gevangene van de schittering en de mogelijkheden van de schepping die hem omgeeft: hij kan ze uitbuiten voor zichzelf. De mens bezwijkt en kiest voor zijn kleine ik. De keuze die hij maakt verwijdert hem van zijn oorspronkelijke roeping, van de medemensen, van God en van zichzelf. Tragiek gaat zijn leven tekenen. De Vaders hebben ragfijn dit spel van onze neigingen geanalyseerd. Hun door ervaring verworven inzicht hebben zij gesystematiseerd, voor ons een ware bron van zelfkennis.
Bernardus van Clairvaux
Het edel schepsel werd gemaakt in het land van de gelijkenis, omdat het geschapen werd naar het beeld van God. Maar terwijl het in ere stond (Ps. 49,13) heeft het dit niet begrepen, en van de gelijkenis is het vervallen naar de ongelijkenis.
Uit de vaderspreuken
Abt Antonius sprak tot Abt Poimen: 's Mensen grote opgave bestaat hierin, dat hij zijn schuld op zich neemt voor Gods’ aanschijn en verwacht dat hij tot zijn laatste ademtocht bekoord zal worden.
Abt Matoês zei: Hoe meer iemand nadert tot God, des te meer beschouwt hij zich als zondaar. Want nadat de profeet Jesaja God gezien had, noemde hij zich rampzalig en onrein.
Abt Mozes zei: Als iemand niet in zijn hart de overtuiging heeft zondaar te zijn, verhoort God hem niet.
Abt Sarmatas zei: Ik verkies iemand die gezondigd heeft, maar die zich bewust is gezondigd te hebben en er berouw over heeft, boven iemand die niet gezondigd heeft, maar die van zichzelf denkt dat hij gerechtigheid beoefent.
Eveneens sprak Abt Antonius: Zonder beproevingen/bekoringen zal niemand het Rijk der hemelen kunnen binnengaan. Neem de beproevingen weg, en niemand wordt gered”