Een herder voor zijn kudde
Augustinus, bisschop van Hippo
Module I, jaar 2, lesdag 2
Als bisschop, monnik, theoloog, mysticus en raadsman van velen, drukte Augustinus (354-430) als geen ander zijn stempel op de kerkelijke traditie. Zijn ontzagwekkend oeuvre is nog steeds een onuitputtelijke bron voor wie zoekt naar geestelijke lafenis en geloofsinzicht. We maken vooral kennis met Augustinus als zoeker en later als herder van de kerk van Hippo. Zijn zoeken en herderen bieden een boeiend en inspirerend inzicht in een authentieke mens en in het kerkelijke leven tijdens de christelijke Oudheid.
Augustinus, Preken over de eerste brief van Johannes
Ik weet niet of men de liefde prachtiger kan voorstellen dan met de woorden: 'God is liefde’. Deze lof is kort, maar groots. Vlug gezegd, maar ontzaglijk van inhoud. Als je gaat tellen, is het in één adem uitgesproken; als je gaat peilen, wat een diepte. ‘God is liefde. En wie in de liefde blijft, blijft in God en God blijft in hem’. God moet voor u een woning zijn en jij een woning voor God. Blijf in God en God zal in u blijven. God blijft in u om u in zich op te nemen. Jij blijft in God om niet in het niets te vallen. Daarom zegt Paulus over de liefde: ‘De liefde vergaat nooit.’
Het kan niet anders of iemand die zijn broeder bemint, bemint God: zo iemand bemint noodzakelijkerwijze de liefde. Men kan zijn broeder niet beminnen zonder van de liefde te houden. Men bemint in dit geval dus noodzakelijkerwijze de liefde. Maar omdat iemand van de liefde houdt, houdt hij daarom ook noodzakelijk van God? Inderdaad. Wie van de liefde houdt, bemint God. Gij zijt toch niet vergeten wat zojuist gezegd is: 'God is liefde’? Als God liefde is, dan bemint ieder die van de liefde houdt, God. Bemin uw broeder en ge moogt gerust zijn”.