Pasen: De dood overwonnen door de liefde
De paradox van ons geloof: Die stierf, Hij leeft! (sequens van Pasen)
Hoe kan verrijzenis gebeuren? Hoe kon de Heer, na gruwelijke foltering dood gemaakt, verrijzen? Hoe kunnen wij mensen, als het leven is uitgedoofd door ouderdom, ziekte en miserie, blijven leven?
Die stierf, Hij leeft! Hoe kunnen wij het geloof in deze grote paradox van Pasen, vandaag samen uitgezongen, handhaven en in geloof beamen? De dood, het stervensproces, ook dat van Jezus, lijkt zo onbetwistbaar, zo overduidelijk, zo ingeschreven in de natuur. Hoe kunnen wij, en met redelijkheid, zeggen dat de dood overwonnen is? Hoe kan de Kerk sinds eeuwen de alleluja’s aaneenrijgen, jaar na jaar? Is er achter het sterven van Jezus misschien een werkelijkheid verborgen die we niet zien? Die, op het eerste gezicht, niet uit de gruwelijke feiten van Jezus’ dood af te leiden is?
Dood en leven strijden samen (sequens van Pasen)
Van alle eeuwen is er een oorlog aan de gang. Dood en leven strijden samen – zo zingt de sequens van Pasen.
De dood heeft een heel wapenarsenaal ter beschikking: bedrog, leugen omkoperij, uitbuiting, hebzucht, macht, bedreiging, terreur, foltering, ontbering en armoede, droefheid en wanhoop, ziekte en pijn. Ze heeft haar wapens ook volop ingezet tegen Jezus.
Het leven heeft maar één wapen: de liefde. Jezus had maar één wapen om de dood te lijf te gaan: de liefde. Jezus, de mens geworden liefde van God, heeft alles wèl gedaan, Hij ging weldoende rond en genas allen die onder de dwingelandij van de Boze stonden (eerste lezing). Daartoe hanteert Hij het tweesnijdende zwaard van de liefde. Hij heeft in liefde, uit liefde en voor de liefde geleefd. Hij heeft in liefde en uit liefde en ter wille van de liefde geleden en is in liefde en uit liefde en ter wille van de liefde gestorven. Zijn innerlijkheid, zijn diepe gesteltenis is door geen enkele gedachte die aan de liefde tegengesteld was besmet geraakt. Tot op het einde bleef Hij liefhebben: Hij vergaf zijn beulen en Hij zegde de barmhartigheid van God aan de smekende moordenaar aan. Niets had Hij gemeen met het wapenarsenaal van de dood. Nooit trad Hij in haar logica van haat en bitterheid. In geen enkel opzicht – zelfs niet in gedachten of gevoelens – raakte Hij besmet door een beweging die niet door de liefde was getekend.
Wat gebeurde er toen Jezus stierf?
Het is ongezien! Nog nooit was er een mens geweest die zonder enige besmetting, zonder de opgesomde ziektekiemen die het sterven voorafgaan in de dood was afgedaald. De Boze, die slechts de dood wil, kon niet bedenken dat Jezus hieraan was ontsnapt, dat Hij anders in elkaar stak dan ‘Adam’, dan de oude, universele mens die we allemaal zijn. Zuivere liefde kwam in de onderwereld binnen. Die liefde, verstopt in het gefolterde lichaam van de Heer, bleek voor de Boze een dodelijk vergif. Het was onmogelijk voor de dood het ‘Leven’ te bedwingen dat in het liefdelichaam van de Heer was verborgen. De dood kon Hem niet houden, zo zingt de liturgie . Meer nog, de liefde die de Heer bezielde ‘tot in de dood’, doodde de dood. Elke grond was aan de dood ontnomen. De liefde overwon de dood. Ze spatte als een luchtbel uiteen, doorprikt door de liefde. En ze spatte uiteen in een alles doordringend, alles bestralend licht: het licht van de liefde, het licht van de Verrijzenis. Voortaan heerst de liefde over de dood. Christus gaf ons een wapen in de hand tegen de dood en tegen al wat naar dood riekt en naar haar leidt: Het wapen van de liefde.
De apostelen
De apostelen door het getuigenis van de vrouwen aangespoord, komen aan bij het lege graf. Zij zien alleen de windselen, teken van de dood. Maar het Lichaam is er niet meer. Plots werden de zwachtels voor hun ogen als een lichtend teken. Onverklaarbaar, maar glashelder brak het voor hun open: de Heer leeft! De liefde leeft! De liefde overwon! De dood is dood. God is liefde en Hij wil dat wij de liefde kennen en leven! Jezus tekende die goddelijke liefde menselijk uit toen Hij stierf op het kruis. “Als ik van de aarde zal zijn omhooggeheven, zal ik allen tot Mij trekken” , zal Ik allen – door mijn liefdegave – betrekken in de dynamiek van de liefde, opdat allen leven en niet verloren gaan.
De liefde: het ultieme geheim waarvoor en waartoe alles bestaat
Voor de apostelen ging op de Paasmorgen het geheim van het leven en van de geschiedenis en de Schriften open. De ultieme zin van al wat was voorafgegaan wordt plots duidelijk. Het licht van de liefde straalt over de tijd en over al wat bestaat. De liefde heeft zich een weg gebaand. Ze breekt door in al haar kracht en verlicht alles. En ofschoon nog zoveel in onze wereld de doodskleur draagt, toch staat het onomstotelijk vast: de liefde overwon de dood. Die stierf – uit liefde – Hij leeft!. Al wie liefheeft zal leven. Wie het wapenarsenaal van de dood achter zich laat en zich vastklampt aan de liefde die de Heer is, zal leven. De dood heeft geen macht meer over hem.
Broeders en zusters, zo zegt Sint Paulus, Als Gij met Christus – door zijn liefde – ten leven zijt gewekt, zoekt dan wat boven is, zint op het hemelse, niet op het aardse.
Laten we de liefde zoeken, want die is van boven. Laten we de liefde liefhebben, want die is van God. Verlaten we voortaan de troebele wegen van de dood. Christus heeft ons de liefde van boven aangereikt als menselijke weg, als waarheid die ons zal bevrijden, en als Leven dat duren zal in eeuwigheid.