Leerhuis van de kerkvaders

De woestijn gaat bloeien

De radicale beleving van het evangelie bij de woestijnvaders

Module I, jaar 1, lesdag 8

De ascetische Vaders

In de vierde eeuw kwam het zaad dat de eerste asceten, Antonius, Pachomius en anderen hadden gezaaid, tot volle bloei. Duizenden monniken bevolkten de woestijn. Verschillende levensvormen organiseerden zich.
De monnikenvaders en -moeders bouwen een spirituele leer uit die alle monniken en monialen van de komende generaties zal inspireren. Hun geschriften zijn een onuitputtelijke bron van geestelijk leven en een leerschool voor het gebed. Evagrius van Pontus en Pseudo-Macharius zijn de spilfiguren, naast vele anderen.

Evagrius van Pontus. Over het gebed

Wanneer je geest door uw grote begeerte naar God langzamerhand, om zo te zeggen stilletjes wegsluipt van het vlees, en zich afwendt van alle gedachten die ontspringen aan de zintuigen, aan het geheugen en het temperament, en vervuld wordt van eerbied en vreugde, denk dan maar dat je tot aan de grens van het gebed genaderd bent.

Pseudo-Macharius, geestelijke homilieën

De ziel die werkelijk van God is en van Christus, beschouwt zichzelf altijd als niets, door haar onverzadigbaar verlangen naar God. De dag lang, hongerend en dorstend, blijft zij onverzadigbaar in haar verlangen naar de genade.
Zij is gewond door de hartstochtelijke liefde voor de Geest, die onophoudelijk in haar, door de genade, een brandende verzuchting naar de hemelse bruidegom opwekt.

Johannes Cassianus. Conferenties

Als je God wil leren kennen moet je aansluiten bij een gemeenschap. Daar zal je samenleven met anderen die dezelfde intenties hebben en dezelfde verzuchtingen. In de jaren dat je daar leeft moet je het gebed inoefenen. En gebed kan niet zonder morele basis, zonder ascese, armoede en gehoorzaamheid. Als je stevig gevestigd bent in het gebed en je jezelf de gepaste gedragingen hebt eigen gemaakt, dan kan je meer eenzaamheid opzoeken, verder van de woningen der mensen. Je kan een kluis betrekken. Daar zullen de stilte en het verwijderd zijn je toelaten ononderbroken te luisteren naar het Woord van God en in zijn Aanwezigheid te verwijlen. Maar je kluis moet niet totaal afgezonderd zijn. Volledige terugtrekking brengt niets goeds mee en houdt gevaren in. De kluizenaar zal toebehoren aan een groep kluizenaars die onder een gezamenlijke regel leven met een overste. Ze zullen samen de vereiste psalmen opzeggen, ieder in zijn cel, op vaste tijden van de dag. Ze zullen minstens op zondag elkaar ontmoeten, vaak ook op zaterdag, om samen de eredienst te verrichten, samen te eten, en samen te delen over het geestelijke leven.

« Terug naar het programma van Module I, jaar 1